Binnen de polyamorie kan het voorkomen dat er gezinnen ontstaan met méér dan twee ouders. Lieke heeft zo’n situatie en beschrijft hoe zij dat ervaart en tegen welke uitdagingen en geluksmomenten zij aanloopt.
Ongeveer drie jaar geleden begon ik, samen met mijn partners te praten over onze kinderwens. Mijn beeld van die wens was overgebleven uit de monogame relatie die ik heb gehad met (Sep) S.
S. en ik waren uit elkaar geweest voor ongeveer 1,5 jaar en hadden tijdens de pandemie besloten dat we het toch wel weer wilden proberen samen.
Inmiddels was ik echter ook (Geb) G. tegengekomen. Onze poly-zoektocht stond nog in de kinderschoenen en toch durfden we al voorzichtig over kinderschoentjes te dromen.
Het plan was dan ook snel gevormd dat ik en S. de biologische ouders zouden worden. Hoe dat er verder uit zou zien, daar hadden we op dat moment geen weet van.
In de jaren erna begonnen de twijfels. In de monogame relaties die ik had gehad, was het beeld van ‘het gezinsleven’ helder geweest, in ieder geval voor zover je dat kunt voorstellen. Maar een gezin met drie volwassenen, daar had ik nog niet over nagedacht. Wat zou de rol van G. worden in dit verhaal? Mijn monogame opvoeding had mij geleerd dat een man jaloers zou zijn als ik een kind zou krijgen met een andere man. G. had ook een monogame opvoeding gehad, wat zou hij ervan vinden als ik een kind zou krijgen met S.?
G. en ik zijn goed op elkaar ingespeeld, maar wat zou een kind daar precies aan veranderen? Misschien komt hij wel een vrouw tegen zonder kinderen, die niet gebonden is aan de opvoeding van een klein mens. Wat kun je precies van elkaar verwachten en wat kun je vragen van iemand die niet de biologische vader is van je kind? In de wet kunnen kinderen nog steeds maar twee ouders hebben, hoe zouden we daar mee omgaan? En wat zou het emotioneel met ons allemaal doen? Zou S. het vaderschap wel willen delen? En hoe zouden we dat dan doen met onze woonsituatie?
Mede door deze vragen en twijfels was het voor mij moeilijk om de daad bij het woord te voegen en actief met de mogelijke zwangerschap bezig te zijn. Toch ging het zo’n beetje dagelijks door mijn hoofd. Ik maakte mij druk over mijn vruchtbaarheid en was bang dat het niet in één keer zou lukken. Omdat ik de dertig al gepasseerd was, maakte ik me druk over de tijd die we nog zouden hebben.
Maar ik droomde ook. Ik zag voor me hoe ik van elke partner één kindje zou hebben en we met z’n drieën een gezin zouden vormen dat gezamenlijk de opvoeding zou dragen.
G. gaf echter aan zijn eigen kinderwens afgesloten te hebben. Door ons gesprek en zijn leeftijd had hij voor zichzelf besloten dat hij geen biologische vader meer hoefde te worden. Het gaf hem rust om dit hoofdstuk af te kunnen sluiten.
Na het eerste gesprek dat we met z’n drieën hadden gevoerd, volgden meer gesprekken. Ik merkte dat ik behoefte had aan een concreter beeld van de situatie als “het kind” er zou zijn. S. en G. gaven aan dat ze dat moeilijk vonden om dat voor te stellen en dat we dat tegen die tijd wel zouden zien. We hadden geen mensen in de omgeving die met meer dan twee ouders de opvoeding deden en het ontbrak ook aan ervaringsverhalen op internet, zeker in het Nederlands. Ik vond een Amerikaans boekje, dat voornamelijk inging op de verschillende vormen en constructies waarin je de relatie kunt vormgeven wanneer er een kind wordt geboren binnen een polyamoreuze relatie. Ook werd er veel aandacht besteed aan de partner, die niet één van de biologische ouders zou worden en de kans dat hij of zij zich buitengesloten zou voelen en weg zou gaan.
Dat was nu juist wat ik niet wilde. Hierdoor kwamen er nog meer twijfels omhoog. Ik vroeg me af of de biologische band voor een ouder echt zo belangrijk zou zijn.
In mijn werk als kinder-en jeugdpsycholoog kwam ik kinderen tegen met ouders van hetzelfde geslacht. Zij hebben ook te maken met kinderen die niet biologisch aan hen verbonden zijn, en deze kinderen en ouders hadden helemaal geen moeite met hechting.
Via dit pad kwam ik in contact met Sara Coster. Sara had wel een kinderwens, maar geen partner. Ze heeft er destijds voor gekozen om het ouderschap samen te gaan doen met twee homoseksuele mannen, die ook een kinderwens hadden. Hier heeft zij een boek over geschreven (‘de wens en de vaders’). Hoewel het niet helemaal raakte aan mijn situatie, kon ik wel een bepaalde geruststelling halen uit haar boek. Zo woonden Sara en de vaders van haar kinderen niet in hetzelfde huis. Zelf woon ik voor de helft met S. en voor de helft met G. Dit reizen tussen huizen vind ik regelmatig zwaar om te doen, en met een kind wordt dat alleen maar zwaarder. Dat Sara dit ook op deze manier heeft gedaan gaf me het gevoel dat S., G. en ik er in onze situatie ook wel uit zouden komen. Ook al zouden we het niet precies zo doen als Sara.
Ook las ik dat, zoals ik al vermoedde, de vaders van Sara’s kinderen niet meer of minder hielden van het kind dat biologisch van henzelf was en dus dezelfde genen had. Er zit zelfs een passage in het boek, waarin oma aangeeft dat ze verrast is door het feit dat ze geen voorkeur heeft voor haar biologische kleinkind of het andere kleinkind. Ook dit was voor mij een geruststelling.
Natuurlijk zijn er ontzettend veel manieren om een situatie zoals de onze in te vullen. Als ik naar mijn gevoel luister, dan wil ik vooral heel graag een gezin vormen met de twee mannen die op dit moment in mijn leven zijn. Mijn wens is dat zij beiden de papa zijn van onze aankomende kinderen en dat we een liefdevol gezin zullen vormen. Door onze gesprekken in de loop der jaren weet ik dat zij dit ook graag met mij én met elkaar willen. Omdat we met z’n drieën zijn, is er juist ook meer ruimte om tijd met elkaar door te brengen of tijd over te houden voor jezelf. Hoe we deze tijd precies in gaan delen, dat moet nog blijken, maar de eerste stappen zijn gezet.
Graag zou ik meer verhalen over gezinnen in een polyamoreuze setting willen schrijven. Dit kan een steun zijn voor toekomstige ouders in vergelijkbare situaties en het geeft kleur aan het bestaande beeld over ouderschap. Zit je zelf in zo’n situatie, of weet je mensen die hieraan mee zouden willen werken. Mail mij dan op [email protected].
Geef een reactie