
Muze en klankbord voor filosofen, dichters, en pionierende wetenschappers
Freigeist
Philosophin
Rebellin
Angebetete
Schriftstellerin
Psychoanalytikerin
Zes woorden, kenmerken, geprojecteerd tussen scènes in een korte trailer van de speelfilm LOU uit 2016.
Vrij vertaald: vrije geest, rebels, aanbeden; filosofe, schrijfster, psychoanaliste.
Een breed veld, het leven van deze opmerkelijke vrouw. En niet onder één etiket te vatten.
Geboren 1861, in Sint Petersburg als Louise von Salomé, enige en jongste dochter na vijf broers. In een duitse familie, afstammelingen van hugenoten uit Zuid-Frankrijk, vader een generaal in dienst van de tsaar van Rusland.
In een tijd dat vrouwen niet geacht worden zelfstandig te denken, ontwikkelt zij zich tot rebel: confirmatie ter bevestiging als lid van de protestantse gemeenschap waarvan haar familie deel uitmaakt, slaat zij af. Zij, de oogappel van haar vader, die nota bene toestemming van de tsaar had weten te winnen om deze kerk op te richten.
Op haar 18e wordt zij leerling van Hendrik Gillot, een nederlandse pastor van wie zij onderricht krijgt in filosofie, literatuur, en religie. Op enig moment doet Gillot haar een aanzoek; hij zou zijn vrouw verlaten om met Lou te trouwen. Lou is even oud als Gillot’s dochter…
Ze weigert.
Ze wil weg, gaan studeren. In Zürich, de enige universiteit in die tijd die vrouwen toelaat. Om buiten Rusland te kunnen reizen zijn documenten nodig die slechts verkrijgbaar zijn indien men een bewijs van lidmaatschap van een kerkgemeenschap kan voorleggen. Daarin kan Gillot dan weer van dienst zijn door Lou in Nederland te bevestigen.
Samen met haar moeder reist Lou naar de dorpskerk van Santpoort, waar ze haar belijdenis aflegt, daarna door naar Zwitserland.
In Zürich volgt zij colleges filosofie en theologie. Die moet zij wegens na een jaar wegens een longaandoening afbreken, en verhuist naar warmere streken.
Naar Rome, waar zij terecht komt in kringen van kunstenaars en intellectuelen. Ze ontmoet er de jonge filosoof Paul Rée. Er ontstaat een hechte band. Hij wil met Lou trouwen. Zij weigert.
Nietzsche – de filosoof
Enige tijd later komt Rée’s vriend, Friedrich Nietzsche, in Rome aan. Hij wordt aan Lou voorgesteld, en is meteen van slag. Ook hij vraagt haar ten huwelijk, en ook hij wordt afgewezen.
Wil zeggen, voor een conventioneel huwelijk. Lou ziet echter een driehoek wel zitten. Geen ‘ménage à 3’ in de gebruikelijke zin, wel een woongemeenschap van een drie-eenheid die in vriendschap zou samenleven, ergens in Wenen of Parijs, om te studeren, schrijven, gesprekken en discussies te voeren.
In 1882 laat het drietal zich fotograferen, in een nogal opvallende enscenering: Lou op een kar, met zweep in de hand om de mannen te mennen die ze voor haar karretje heeft gespannen. Men kan zich daar van alles bij afvragen…

Lou; Paul Rée; Friedrich Nietzsche
Tot de woongemeenschap zal het niet komen, en Nietzsche verbreekt de band voordat het jaar om is. Mede door toedoen van zijn dominante moeder en overheersende zus. Zijn bewondering en aanbidding zullen omslaan in weerzin en wrok.
De Zweedse psychiater Poul Bjerre (ja, hoogstwaarschijnlijk ook een minnaar van) zou eens gezegd hebben: ‘Lou begint een gepassioneerde verhouding met een man, en negen maanden later baart de man een boek.’ Met Nietzsche is dat exact uitgekomen. In 1883, precies negen maanden na de definitieve breuk met Lou, publiceerde Nietzsche zijn beroemde Also sprach Zarathustra.
Na het vertrek van Nietzsche woont Lou nog een drietal jaar samen in Berlijn met ‘broer’ Paul. Ook al weinig conventioneel voor die tijd en sociale kringen.
Hoe zij uiteindelijk toch in het huwelijksbootje stapt is een zo onwaarschijnlijk verhaal dat het wel waar gebeurd moet zijn.
Andreas – de wetenschapper
Op een dag klopt Friedrich Carl Andreas bij haar aan. Een briljant maar berooid expert in oosterse talen. Hij is 15 jaar ouder dan Lou en vastbesloten met haar te trouwen. Ze weigert.
Dat beantwoordt hij met de weigering verder te willen leven. Compleet met het ontbloten van zijn borst en er een mes in te steken. Lou rent de deur uit om hulp te zoeken, en komt terug met een arts die Andreas het leven redt. De volgende dag komt het tot een verloving. Op voorwaarde van een celibatair huwelijk zonder sex, en de vrijheid om ook met Paul Rée te kunnen blijven omgaan. De facto ook met andere mannen die haar pad zouden kruisen, platonisch of niet.
Voor de inzegening van het huwelijk wordt gekozen voor de dorpskerk van Santpoort. Ja, dezelfde plek als waar zij in 1880 belijdenis heeft afgelegd. En Lou wil nu ook dezelfde dominee Hendrik Gillot. Hij weigert.
Wil zeggen, in eerste instantie. Uiteindelijk moet hij zwichten voor de overredingskunst van Lou. De dochter van de generaal voert het commando over haar eigen leven.
Misschien dat Andreas dacht dat het allemaal wel zou loslopen. Maar Lou hield voet bij stuk. Ëén keer kwam het tot een -laten we zeggen- #metoo moment, waarbij zij hem zo hard de strot heeft dichtgeknepen dat het bij deze poging is gebleven.
Het onmiskenbare linguïstische talent van Andreas, en de grote expertise op zijn vakgebied, leiden tot een aanstelling aan de universiteit van Göttingen.
De stad die bekend staat om zijn ‘worsten en universiteit’, aldus dichter Heinrich Heine, die er studeerde. Hij gaat verder met een hele beschrijving, om af te sluiten met: “De stad zelf is mooi, en bevalt nog het beste wanneer men haar met de rug aankijkt.”
Lou vindt er een huis dat haar aanspreekt. Letterlijk. Ze schrijft aan vriendin Frieda von Bülow:
“Ich sah dem Háuschen…geradezu an, daß es für mich dastand, es sagte mir geradezu…Hier sollst du sitzen, daheim sein, für immer, immer, ich bin deine Heimkehr.”
“Ik zag het huisje, keek het aan, en het zei: hier moet je zitten, thuis zijn, voor altijd, altijd, ik ben je thuiskomst” (vertaling B.)
Het echtpaar Andreas verhuist in 1903, en zal er tot hun beider dood blijven wonen. Zij op de bovenverdieping, hij op de begane grond, samen met Marie, de huishoudster, die van hem twee kinderen krijgt. Alleen de dochter Mariechen overleeft. Wanneer haar moeder overlijdt zal zij diens rol in het huishouden overnemen, en hun beiden verzorgen in hun laatste dagen. Andreas sterft in 1935, Lou adopteert Mariechen, en maakt haar tot erfgenaam.
Rilke – de dichter
Toen Rilke nog geen Rainer heette, heette hij René. René Maria Rilke. De 21-jarige dichter ontmoet haar in 1896, valt op de 36-jarige vrouw.
In de hierboven genoemde film is er een scène (bij +/- 1uur 9 min) waarin Rilke aan het slot van een lezing Lou publiekelijk bedankt met een gedicht:
Lösch mir die Augen aus: ich kann dich sehn,
wirf mir die Ohren zu: ich kann dich hören,
und ohne Füße kann ich zu dir gehn,
und ohne Mund noch kann ich dich beschwören.
Brich mir die Arme ab, ich fasse dich
mit meinem Herzen wie mit einer Hand,
halt mir das Herz zu, und mein Hirn wird schlagen,
und wirfst du in mein Hirn den Brand,
so werd ich dich auf meinem Blute tragen.
Maak mijn ogen blind, ik kan je zien,
Sluit mijn oren af, ik kan je horen,
en zonder voeten kom ik bij je
En zonder mond kan ik je bezweren.
Breek m’n armen af, ik pak je vast
Met mijn hart als met een hand,
Sluit mijn hart af, en mijn hersenen zullen kloppen
En zet je mijn brein in brand
Zo zal ik je op mijn bloed dragen.
(Vertaling B.)
De scène is waarschijnlijk apocrief, het gedicht wel degelijk van Rilke, en aan Lou opgedragen. Liefdesverklaring en aanzoek tegelijk, als ware het een visitekaartje. Prachtig.
Het zou haar eerste relatie worden met een man. Wil zeggen sexuele relatie.
Lou dient als klankbord voor het ontluikende dicht-genie, en zal hem Rainer gaan noemen. Omdat het vastberadener en mannelijker klinkt dan René.
Vier jaar zal deze liaison duren. Zij gaan samen veel op reis, soms mét Andreas als reisgenoot.
Ook nadat hun wegen scheiden zullen zij blijven corresponderen.
Freud – de pionier
En dan is daar Sigmund Freud. Lou wil zich verdiepen in de psychiatrie. En dat doe je dus bij de nummer één op dat vakgebied. In 1905 stapt zij op hem af en legt haar wens voor bij hem te willen studeren. Voor Freud is Lou door haar nieuwsgierige gretigheid naar kennis en inzicht omtrent menselijk gedrag niet alleen studente, maar ook belangrijk gesprekspartner. Een verbinding van uitwisseling en aanmoediging die 25 jaar lang een grote rol in hun leven heeft gespeeld. Hoe platonisch ook.
In 1915 leidt het tot de opening van haar praktijk als psychotherapeut in haar woonhuis in Göttingen.
Haar waardering voor de grote pionier zal zij verwoorden in Mein Dank an Freud, een open brief ter gelegenheid van diens 75e verjaardag in 1931.
En daarnaast…
… waren er ook andere liaisons, minnaars, scharrels.
Bij het lezen over Lou valt op dat zij een fascinerende verschijning was waaraan de meeste mannen niet konden weerstaan. Waar zij verscheen op bijeenkomsten of congressen, vielen ze bij bossen voor haar, en lagen voor het oprapen. Op z’n minst aangetrokken door haar intellect, werden ze vaak op slag verliefd, deden er huwelijksaanzoeken bovenop. Niet alle avances bleven onbeantwoord. En daar begint het speculeren; met wie wel, met wie niet, is het tot een “tot het einde geleefde liefde” gekomen?
Van menigeen valt iets met zekerheid te zeggen, ook al komen die in haar memoires niet voor. Van velen blijft het bij vermoedens. Bewijsmateriaal is er vaak niet, of niet meer; Lou heeft veel brieven vernietigd of uitdrukkelijk opdracht gegeven dat de ontvanger dat zou doen.
Blijven over getuigenissen van derden. Zoals deze, aangehaald door biograaf H.F. Peters:
“Musing about his love affair with Lou in the perspective of almost half a century, a learned and chivalrous old gentleman said: ‘There was something terrifying about her embrace, elemental, archaic. Looking at you with her radiantly blue eyes she would say, ‘The reception of the semen is for me the height of ecstasy’. And she had an insatiable appetite for it.¨
“Mijmerend over zijn liefdesaffaire met Lou vanuit het perspectief van bijna een halve eeuw later, zegt en geleerde en galante oudere heer: “Er was iets angstaanjagend in haar omhelzing; iets basaal, archaisch. Met haar stralende blauwe ogen keek ze je aan en zei: ‘Het zaad ontvangen is voor mij de hoogste extase’. En ze had er onverzadigbare trek in” (vertaling B.)
Een smakelijk citaat, zeker, maar zonder naam- of bronvermelding, waardoor het gebruik van zoutkorrels bij het lezen ervan aan te bevelen is. En zo is er heel veel materiaal dat men met enige scepsis moet lezen.
Haar werk en reputatie als schrijfster raakt al gauw op de achtergrond bij het biografische materiaal. Ze schreef romans (deels autobiografisch geinspireerd), toneel, essays (over psychologie en sexualiteit), portretten van zowel Nietzsche als Rilke, en haar posthuum uitgegeven herinneringen Lebensrückblick. Een leven boeiender dan fictie.
Lou overlijdt op de avond van 5 februari 1937 in haar huisje in Göttingen.
Ich bin Erinnerungen treu für immer,
Menschen werde ich es niemals sein.
POSTLUDIUM – À propos Zarathustra
Het boek van Nietzsche inspireert componist Richard Strauss in 1896 tot het gelijknamig symfonisch gedicht, waarvan de opening beroemd is geworden door de film 2001- A Space Odyssey van Stanley Kubrick uit 1968. En nog later in een Ster-reclame…
BRONNEN
-wikipedia: Lou Andreas-Salomé
Kazem Sadegh-Zadeh: www.lou-andreas-salome.de
-Lou Andreas-Salome Terugblik op Mijn leven Ruwe schets van enkele persoonlijke ervaringen. Martin Ros, Bzzlletin. Jaargang 6 – DBNL
Deborah Hayden: The search for Lou: www.spiralmemoir.com
Maarten Doorman De vurig Bewonderde.
LITERATUUR
Kerstin Decker: Lou Andreas Salomé – Der bittersüße Funke Ich
H.F. Peters: My sister, my spouse – biography (in nederlands verschenen als: Lou Salomé)
FILM
LOU Andreas-Salomé – 2016, regie: Cordula Kablitz-Post
Geef een reactie