Robert Long was een spraakmakende, controversiële en veelzijdige Nederlandse artiest: zanger, schrijver, componist, cabaretier en televisiepresentator.
Calvinistische omgeving
Hij wordt in 1943 geboren in Utrecht als Bob Leverman. Vier jaar na zijn geboorte scheiden zijn ouders vanwege voortdurende affaires van zijn vader. Bob verhuist met zijn moeder naar een streng gereformeerd plattelandsdorpje aan de rand van de Veluwe. Deze calvinistische omgeving met al zijn wetten en regels heeft grote invloed op zijn latere leven en werk. Wanneer Bob twaalf jaar is overlijdt zijn moeder aan kanker; hij wordt geplaatst in een kindertehuis in Amersfoort en later ondergebracht bij familie in Groningen. Uiteindelijk wordt hij door zijn vader en diens tweede vrouw in huis opgenomen. Na zijn middelbare school gaat hij als etaleur aan het werk bij de Hema.
Relipop
Ondertussen zijn de jaren zestig aangebroken en heeft Bob onder invloed van The Beatles zijn eigen popgroep opgericht. In 1967 wordt Bob de zanger van de Utrechtse popgroep Gloria, een naam die niet veel later wordt omgedoopt tot Unit Gloria. Hij wijzigt zijn artiestennaam in Robert Long, een verwijzing naar zijn lichaamslengte van 1.92 meter. Onder invloed van de veranderingen in de jaren zestig binnen de rooms-katholieke kerk voltrekken, introduceert Unit Gloria de relipop in Nederland. Eind 1971 start Robert Long een Engelstalige solocarrière met bescheiden Top 40 noteringen. Een succesvolle internationale doorbraak ligt in het verschiet.
De heilige huisjes omver
Echter, in plaats van de glitter en glamour van een internationale carrière besluit Long een album met door hemzelf geschreven en gecomponeerde Nederlandstalige liedjes op te nemen: Vroeger Of Later dat uitkomt in 1974 en inslaat als een bom. Het album is een autobiografisch werk vol sociaal geëngageerde teksten naast romantische liefdesboodschappen. In zijn liedjes zet Long zich af tegen alle vormen van onverdraagzaamheid, hypocrisie en discriminatie. Als zanger die openlijk voor zijn homoseksualiteit uitkomt, verwerpt hij de kerkelijke moraliteit. Het bespreekbaar maken van taboes en het omverschoppen van heilige huisjes doet veel stof opwaaien. Dit controversiële en provocatieve engagement wordt Long’s handelsmerk. Van de elpee Vroeger Of Later worden meer dan een half miljoen exemplaren verkocht.
In de jaren die volgen ontwikkelt hij zich als een artistieke duizendpoot: tekstschrijver, cabaretier, televisiepresentator en theatermaker, onder meer met Leen Jongewaard. Daarnaast schrijft hij beschouwende krantencolumns, maakt hij zijn debuut als regisseur, scenarioschrijver en acteur. Hij blijft controversieel en voorop lopen in de strijd tegen de kleinburgerlijke moraal en het calvinisme.
Een roerig liefdesleven
Al jong ontdekt Bob zijn homoseksuele gevoelens: “Ik weet zeker dat ik al homoseksueel was toen ik drie was. […] Op m’n achtste rommelde ik met een oudere jongen, dertien jaar, dus duidelijk een volwassene in mijn ogen.”. In 1962, op 19 jarige leeftijd, verlaat hij het huis en stort zich in de home-scene van Utrecht waar hij een relatie krijgt met Dick, zijn 50-jarige vriend. Hij moet nog even in dienst maar wordt daaruit, op eigen verzoek, vroegtijdig ontslagen vanwege zijn geaardheid. In 1971 stapt hij uit Unit Gloria en verhuist naar Haarlem, waar hij Frans ontmoet. “Frans had ook veel verdriet had. Door naar elkaar te luisteren en samen te luisteren, helemaal soap, hebben we het verwerkt. […] Drie jaar hebben we samengewoond en toen het verdriet voorbij was, bleek althans bij mij de basis voor de verhouding weg. Daarover heb ik me wel erg schuldig gevoeld.”
Meervoudige liefde
Meervoudige liefdes zijn Long niet vreemd. Terwijl hij op enig moment een relatie met ene Willem heeft “kwam K. in mijn leven. Ik heb K. ontmoet in het bos, in het hele-slechte-mannenbos. Hij kende me niet. Ik dacht: wat een aardige jongen. Toen heeft hij ’s opgebeld, kwam ’s langs. Willem was er nog. Ik ben waanzinnig verliefd geworden. Sliep er niet van. M’n hart vloog uit m’n borst. […] Verliefdheid overkomt je. En dan is het toch heel vervelend als je niet tegen je partner kunt zeggen: ik ben toch zo vreselijk verliefd! Voor mij had die verliefdheid niets te maken met mijn gevoelens voor Willem, het kwam er gewoon bij. Zoals je net lekker warm gegeten hebt en ineens denkt: goh, ik heb zin in een ijsje. […] Willem is een heel bewust iemand. Hij stelde z’n eisen. Het kwam erop neer dat ik moest kiezen. Hij zei: ‘ik wil die pijn niet’ en heeft definitief gekapt. Als een soort straf. Ik heb heel wat afgejankt. Als ik het niet meer weet, ga ik janken. Ik loop weg of ik jank. Dus toen was ik een jankerd. […] Hoe merkwaardig het ook moge klinken, ik voelde me in de steek gelaten. Dan kan iedereen wel zeggen dat ik al iemand had, maar ik denk dan: ja, maar daarom ben ik goddomme met iemand! Een soort ontkenning van de waarde van mijn gevoelens.” Zijn drijfveren zijn niet onbloot van lustgevoelens: “Ik zou met K. mijn honderdste verjaardag kunnen vieren. Maar dat zei ik bij Willem ook. Ik geloof niet in eeuwigdurende relaties. […] In wezen ben ik wel monogaam. Ik heb niets liever dan mijn eigen vriend. Maar dat heeft niets te maken met wat er in mijn broek gebeurt. Ik ben erg lustgevoelig. Altijd geweest. Neuken is ook mijn wondermiddel bij elke kwaal.”
Tegelijkertijd verwoordt hij essentie de meervoudige liefde prachtig in zijn lied Liefste, mijn Liefste:
Liefste, m’n liefste hoe kun je nu denken
Dat ik niet eerlijk meer ben of ontrouw
Als ik mijn lichaam aan anderen wil schenken
Zegt dat nog niet, dat ik niet van je hou
Vanaf mijn jeugd heb ik altijd gevlinderd
Ik heb vaak mijn bed gedeeld, soms wel met drie
Zo is mijn leven, het heeft niemand gehinderd
Het ging om de liefde en niet om met wie
Elke verhouding kent tijden vol rozen
Maar ook periode die herfstachtig zijn
Dat wij elkaar destijds hebben gekozen
Zegt niet dat wij nu elkaars eigendom zijn
Vergeet de moraal van je moeder en vader
Het was goed bedoeld maar het verrijkte je niet
Zie toch je hart als een heel grote ader
Die als je dat wilt, plaats aan tientallen biedt
Ik heb steeds geweten al leerde ik anders
Dat heel veel mensen te kort is gedaan
Enkel door het feit dat ze zomaar elkanders werden
Door het stadhuis in te gaan
Tracht eens te kijken naar het bos door de bomen
En wees maar niet bang voor een vriendelijk woord
Kijk onbevangen naar dingen die komen
En zorg dat je nooit je gevoelens vermoordt
Daarom m’n liefste, je blijft in mijn leven
Als je dat wilt steeds een rustgevend punt
Meer dan mijn vriendschap kan ik je niet geven
Vang me niet, hang me niet als je dat kunt
https://www.youtube.com/watch?v=5BG5iOuLXwU
De relatie K. loopt spaak wanneer Bob in 1980 de 14 jaar jongere René Fabels tegen het lijf in een kroeg. Drie maanden later trekt René in bij Bob en wordt zijn manager. K. heeft het daar moeilijk mee. Long zegt daarover: “Dat betekende niet dat ik niet meer van hem hield, maar ik was zo van de kaart door René dat K. daar last van had. Terecht. Hij had niemand en zag mij afdruppelen. Hij zag mij niet geheel meer van zichzelf. K. zei op een gegeven moment dat hij er niet meer tegen kon. Eigenlijk kon niemand ertegen. Dus dat scheelde een stuk. K. is toen verhuisd. Het was heel naar, maar het heeft zich inmiddels hersteld tot een hele leuke en warme relatie.”
Deze relatie is, naar de maatstaven van Long, een lang leven beschoren. Daarin is ook openlijk ruimte voor anderen. In 1994 zegt hij tegen de Groene Amsterdammer: “Al zowat twaalf jaar deel ik mijn leven met René […]. Twee jaar geleden is er een derde man bij ons ingetrokken: een totaal nieuwe levenssituatie die ik ervaar als leuk, heerlijk en aangenaam.” Waarschijnlijk spreekt hij hier over Lucas die intrekt in Longs huis in Italië waarnaar in 1987 verhuisd is.
Weer later, als de relatie met René inmiddels waarschijnlijk al ten einde is, ontmoet hij Kristof, toen 18 jaar. Dat wordt het begin van een complexe driehoeksrelatie. “Hij was bijna achttien. Rossig blond, tere bleke huid. Vertegenwoordiger. We dronken wat in een een cafétje en hij kende me niet. […] Later zag hij mijn foto in een tv-blad en schreef hij me een brief via het management, zodat we een afspraak maakte in een kroegje. Ik legde hem uit dat ik geen zin had om een verhouding met hem te beginnen, hij was te jong en ik te oud, en al ruim voorzien. Hij keek, luisterde, knikte en lachte: ik houd van je, jij bent de man van mijn leven, ik ben de jongen van jouw leven. […] We gingen dus naar een hotel. Hij werd mijn geheime minnaar en vond dat niet vreemd. Hij was heel discreet, ik ook, maar op een dag had ik een kopie liggen van een brief aan hem op mijn bureau, die Lucas toevallig vond. Huilen, praten, verwijten, begrijpen. En nu, terwijl ik al bijna zes jaar met Lucas omga en Kristof allang bij ons thuiskomt, mee op vakantie gaat, zijn eigen plaats heeft, is het nog steeds niet helemaal bedaard. Hij voelt zich nog soms bedrogen. Ik verzweeg het omdat Lucas het pand anders zou verlaten en dat wilde ik niet. Ik ben een hebberd. “
Epiloog
In 2005 wordt Long getroffen door een hartinfarct. Zijn herstel verloopt voorspoedig, waarna hij datzelfde jaar nog in het huwelijk treedt met zijn Belgische vriend en manager Kristof Rutsaert. Het huwelijk wordt voltrokken door zijn goede vriend Gerard Cox, die daarvoor speciaal wordt beëdigd als ambtenaar van de burgerlijke stand.
Op 13 december 2006 wordt bekend gemaakt dat Long een ernstige vorm van buikvlieskanker heeft en terminaal ziek is. Twee dagen later overlijdt hij, op 63-jarige leeftijd, in een ziekenhuis in Antwerpen.
Bronnen
vriesdemark.nl/long/long.htm
www.groene.nl/artikel/ik-loop-er-niet-mee-te-koop