Een omgeving met coconnetjes
Eva’s waarheid
Een omgeving met coconnetjes
Met ieder een deur
In elk woont iemand
Met eigen beleving en geur
De deuren die openen
En sluiten ook weer
Elkaar opvolgend
Keer op keer op keer
Ik ontvang die belevingen
Afzonderlijk van elkaar
In mijn eigen coconnetje
Wat liefdevol is het daar
En toch steeds weer
Gevoel van verdriet
Want samen in mijn coconnetje
Dat gaat helaas niet
En toch heel soms
Als een deur open staat
Gaat de andere open
En ontstaat er een straat
Waarop ze elkaar kruisen
Soms even stil blijven staan
Mijn coconnetje beeft dan
Kunnen ze dit aan?
Blijven deze stenen
Liggen waar ze nu zijn?
En belopen ze samen
Het pad zonder pijn?
Helaas verdwijnt altijd
Die straat van geluk
En herrijst het zandpad
Hobbelig en stuk
Het liefste verbouw ik
M’n coconnetje tot een
Een groot coconnetjeskasteel
Dat voelt niet zo alleen
In dat kasteel
Zouden de kinderen spelen
Als een grote familie
Zouden we alles samen delen
Gezevenen samenzijn
Zowel dag als nacht
Dat is het ultieme geluk
Waar ik op wacht
Daar ’t mijn coconnetje is
Zou ’t makkelijk moeten zijn
En toch de grote vraag is:
Hoe lang blijft mijn coconnetje nog zo klein?