De zon streelt het zacht wiegende groen van een Japanse honingboom, die bijna mijn haren bereikt. Ik zit op het verweerde bankje eronder, terwijl het licht me bespeelt. En roep iets naar mijn man, die net naar buiten komt stappen, de tuin in.
“ Ik ga zo naar de sta. Jan en ik hebben afgesproken om nog even wat te drinken.”
“Hoe lang blijf je weg? “, vraagt mijn man. Hij wil altijd graag weten hoe laat ik thuis kom. Net zoals hij ook altijd wil weten waar ik ben. Niet omdat hij mij zo nodig moet controleren, maar meer als weet hebben waar ik me bevind, in tijd en ruimte. Het is deel van zijn gehechtheid aan mij.
“Ik ben er weer met avondeten”, zeg ik. Altijd lastig voor mij om exact te timen hoe zo’n ontmoeting duurt. Ik laat de tijd en zeker de klok liever wat losjes. En natuurlijk wil ik mijn man ook tegemoet komen in zijn vraag om zijn duidelijkheid.
“Doe hem de groeten’’, zegt mijn man en kust mij even snel, onderweg naar de schuur, waar hij een paar latten zoekt voor een onderhoudsklusje. Bijna raakt hij de honingboom, maar nog net niet. Ik loop traag en tegelijk vrolijk naar de auto en rij weg, mijn zonnebril op.
Een half uur later zit ik in de stad op een zonovergoten pleintje, op een terras van een café. Samen met Jan, mijn andere lief. We delen een cappuccino, een heleboel woorden, verhalen, de emoties over onze kinderen en nog veel meer. Een heel fijn gesprek. Zodat ik bijna de tijd vergeet, maar de schaduw van de huizen bereikt ons tafeltje en dan is het duidelijk dat de avond in zicht is. Een zoen, een omhelzing en dan naar mijn auto terug.
Een half uur later bereik in ons huis. Mijn man is bezig om planken te zagen. Hier wordt iets gebouwd. “Hoe was het met Jan?” vraagt mijn man. Want hij wil ook altijd weten hoe het hem gaat. Ook dat is deel van zijn gehechtheid.
“Goed hoor, ze gaan dinsdag op vakantie,” zeg ik, terwijl ik de keuken in zwaai. De laatste zonnestraaltjes van de dag vallen via de honingboom op het aanrecht. Tijd om eten te maken.
Gea
Geef een reactie